De bus op, de weg af.
Maandag 18 november. Die avond vertrekken we vanuit El Chaltén met de nacht/dagbus naar Bariloche. Een rit van 23u, klinkt vreselijk maar bon wat doe je anders? Een binnenlandse vlucht nemen? Bovendien bespaar je met zo’n nachtbus een overnachting en zie je tijdens de daguren nog iets van het landschap.
Om 21u50 is de bus aan het station van El Chaltén dus Welle Weg!
Als je zo laat vertrekt ben je al snel op het punt dat Klaas Vaak je ogen komt dicht strooien. Stoere jongens en meisjes geven daar natuurlijk niet aan toe en luisteren nog wat muziek of een podcast terwijl ze door het raampje de sterren tellen. Ongelooflijk veel sterren trouwens!
Drie uur in onze nachtelijke tocht waren we het laatste dorp al gepasseerd wanneer de bus een grindweg op rijdt. Deze zijn trouwens niet zeldzaam in Argentinië dus niets om paniekerig over te doen, dachten we...
Ondertussen was het 1u ‘s nachts gepasseerd en had ik al even moeten toegeven aan de heer Vaak.
Half 2 en dat biertje dat ik nog had gedronken voor we vertrokken sloeg op men blaas. Nooit een goei idee hé, die last minute pintjes...
Ik sta in het toilet men broek terug toe te ritsen wanneer het erop begint te lijken dat de bus niet meer op het grindpadje rijdt maar er naast. Heel de bus davert, remt en helt sterk over. Ik was blij dat ik de deur van het toiletje op slot had gedaan want anders had ik er uit gelegen. Ik kruip uit het toilet om te zien dat de bus zich effectief de berm had ingeboord. Laura had een grote stofwolk gezien en dacht dat we 180 graden gedraaid waren, of misschien zelfs een achterwaartse salto hadden gemaakt. Zij had wel kunnen slapen en was dus wat in de war...
Daar snel weg geraken ging niet simpel zijn. We zaten daar namelijk in the middle of nowhere, zal later blijken.
Trouwens, bij ons in België durft De Lijn het al eens na te laten reizigers op de hoogte te brengen als een bus niet komt opdagen. Wel, wij zaten hier op die bus en kregen niet te horen wat er gebeurd was.
Het is 4u ‘s nachts wanneer we de eerste tekenen van leven zien. Een traktor achtig ding met een wiel er vooraan opgeschroefd gaat ons proberen uit de gracht te duwen. Geen succes want vooruit is geen optie. Er heeft zich namelijk een hoopje berm opgestapeld voor en vooral onder de bus.
We gaan er nog steeds niet snel weg geraken.
De traktor rijdt weer weg en wij proberen dan maar verder te slapen.
Dat lukt uiteraard niet. Adrenaline hé. Prachtige zonsopgang daar in de middle of nowhere!
Ondertussen werd duidelijk in welk landschap we ons begaven. Een soort van dorre woestenij waar, op enkele guanaco’s na, geen leven te bespeuren viel. Denk aan iets tussen een woestijn en opgedroogde dorre heide.
Vermoedelijk waren de chauffeurs bang van de donker want eenmaal de zon opkwam kwamen ook zij tevoorschijn. Met koffie en alfajores. Ontbijt!
Hier en daar, tussen enkele gesprekken door, werd duidelijk dat de wind ons van de weg had afgeblazen.
Een deel van ons ging van de bus om een luchtje te scheppen en inderdaad. De wind blies alsof ze dringend ergens moest zijn!
Een realistische oorzaak leek ons maar we moeten eerlijk zijn en toegeven dat we eerder denken dat de chauffeur in slaap was gevallen.
Bon, ondertussen was het 12u in de middag wanneer de traktor terug kwam. Deze keer niet met een wiel om te duwen maar met een kabel om te trekken. Succes. Hoera! Na 10 uur en half reedt de bus verder. Geen gewonden, lichte schade aan de bus en enkel wat verloren tijd. Zoals je hieronder kan zien had het erger kunnen aflopen als de bus 3 meter meer naar rechts had gereden.
Als je 6 weken op reis bent kan je zeggen: als het dat maar is.
Hoe een reis van 23u er één van 34u werd!
Groetjes,
Welle!